We hebben het ons heel vaak afgevraagd, als ouders van een blij, sociaal, gevoelig kleutertje. Waarom? Waarom ontploft hij soms om de meest onbenullige dingen? Waarom moet hij per sé een schone broek aan als er twee spetters water op zitten? Waarom moeten we hem gillend het speelparadijs uitdragen, als hij zo’n leuke dag heeft gehad? Waarom is hij zo bang voor films of sprookjes? En waarom – niet echt een urgent probleem, maar toch – doet hij toch altijd zijn sokken uit zodra het maar enigszins kan?
We hebben gezocht naar antwoorden. Omdat we het niet snapten, maar zagen dat ons lachebekje op sommige momenten niet zoveel te lachen had. Omdat we zo graag wilden begrijpen wat er aan de hand was. Misschien ook wel omdat we bang waren dat hij niet aan ‘de norm’ voldeed (want ieder kind vindt films toch leuk? En is het wel normaal dat hij in de paniek schiet om een kinderfeestje? Wat zullen de anderen wel niet denken??).
Gelukkig werden we al snel op het goede spoor gebracht. Hooggevoeligheid. Ik weet nog dat ik een beetje lacherig reageerde toen ik die term voor het eerst hoorde. Wij zijn broodnuchtere ouders, wat zullen onze kinderen dan met zo’n zweverige term te maken hebben?
Maar we zijn ons gaan verdiepen in hooggevoeligheid of hoogsensitiviteit. We vonden herkenning, verklaringen. Bovendien bleek hooggevoeligheid helemaal niet zo zweverig te zijn; het is inmiddels zelfs een wetenschappelijk bewezen fenomeen.
We leerden veel over ons kleine mannetje en daar waren we blij mee. Want de situatie werd een stuk makkelijker toen we beter begrepen waarom de film niet leuk was (de spanning en emoties komen te diep binnen), kinderfeestjes nieuw, luidruchtig en chaotisch zijn (daar moet je aan wennen) en sokken nu eenmaal nooit lekker zitten als je alles zo goed voelt op je huid.
Wij waren blij met de ontdekking die we hadden gedaan. We wilden die kennis delen met ons kind, andere ouders, grootouders en leerkrachten. Want er zitten zoveel meer kinderen en ouders in dezelfde situatie. Zo werd Langmuts geboren: een boek over een hooggevoelig kaboutertje dat last kan hebben van zijn gevoeligheid, maar dat er ook achterkomt dat het een kracht is. Het boek bracht herkenning en erkenning bij kinderen en ouders. ‘Ik las het voor aan mijn kind, en toen begonnen bij míj de kwartjes te vallen. Ik kreeg er tranen van in mijn ogen. Dit ging ook over mij!’
Blij zijn we dat het kaboutertje inmiddels veel mensen op een spoor heeft gezet. Dat we kunnen bijdragen (met inmiddels veel meer boeken) aan de zoektocht van ouders. Aan de (h)erkenning van hooggevoeligheid. Dat we misschien met zijn allen iets minder vaak hoeven te vragen: waarom?, maar gewoon kunnen zeggen: daarom dus!